Hoe leefloners naar werk worden begeleid
Zoals we vorige week al meldden heeft het Sociaal Huis in Heusden-Zolder 76 inwoners met een leefloon of equivalent leefloon naar werk begeleid in het kader van het Lokaal Activeringspact (LAP), van de Vlaamse regering. Dat programma richt zich op het verbeteren van werkbereidheid en het overwinnen van praktische obstakels op weg naar een job. En uit het resultaat blijkt dat een intensieve en persoonlijke aanpak om werkloosheid onder leefloongerechtigden te bestrijden, wel degelijk kan werken. Met het behalen van de LAP-doelen scoort Heusden-Zolder volgens het Sociaal Huis beter dan het Vlaams gemiddelde.
GPMi-contract
De begeleiding is gebaseerd op een GPMI-contract, een wettelijk verplicht plan voor maatschappelijke integratie tussen de leefloongerechtigde en het OCMW. "Het GPMI-contract is een vertrekpunt voor begeleiding op maat”, vertelt Sofie Fabry, maatschappelijk werker bij het Sociaal Huis. “Dit contract maakt geen deel uit van het LAP, maar vormt wel een belangrijk instrument binnen de bredere activeringsaanpak. Vanuit deze afspraken bouwen we samen met de cliënt aan een realistisch traject richting werk."
"Wat wél mogelijk is"
Naast sollicitatietraining en jobbeurzen biedt het Sociaal Huis ook kansen voor stages, vrijwilligerswerk en zelfs medische screenings voor mensen die, ondanks ziekte of andere beperkingen, opnieuw willen werken.
Track Abilities ondersteunt mensen met een medische beperking. De organisatie voert screenings uit om te bepalen welke taken of functies voor de deelnemers haalbaar zijn om hun terug-naar-werktraject vorm te geven. Sofie legt uit: “Het draait om wat wél mogelijk en haalbaar is. Dat biedt niet alleen concrete kansen, maar onze cliënten voelen zich opnieuw gezien en gewaardeerd. De ervaring leert ons dat methodes met intensieve begeleiding, gericht op een doelgroep met specifieke moeilijkheden of kwetsbaarheden, helpen om met grotere stappen de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Deze aanpak vraagt tijd en vertrouwen, maar levert waardevolle resultaten op voor cliënten die anders uit de boot dreigen te vallen.”
Praktische drempels
Werkbereidheid betekent voor de ene cliënt meteen solliciteren, terwijl een ander eerst moet werken aan randvoorwaarden zoals taal, vervoer of kinderopvang. In Heusden-Zolder maken ze daarom gebruik van initiatieven zoals de Fietshal en voordelige busabonnementen om de mobiliteit te verbeteren, en ontvangen de cliënten ondersteuning bij het vinden van betaalbare kinderopvang. “In samenwerking met VDAB wordt zelfs een opleiding tot kinderbegeleider onderzocht als structurele oplossing. Daarnaast krijgen cliënten de kans om hun taal- en sollicitatievaardigheden te verbeteren via diverse trajecten bij Ligo Limino en contacten met werkgevers tijdens regionale jobbeurzen”, vult Sofie aan.
Tijdens jobbeurzen en voorbereidende workshops komen cliënten direct in contact met werkgevers, wat hun kansen op een duurzame werkplek vergroot. Soms vergezelt een maatschappelijk werker de cliënt die bij een werkgever op kennismakingsgesprek gaat.
Vervolg
Ondertussen is het tweede luik van het Lokale Activeringspact van start gegaan met een nog , intensievere en meer gepersonaliseerde begeleiding. Schepen voor het Sociaal Huis Steven Goris: “Voor LAP 2 hebben we de ondergrens voor de helft van de middelen al behaald. Er zijn nu al 36 personen duurzaam uitgestroomd naar werk. Als we de resterende 35 aan het werk krijgen, spreken we van een succes. Werk blijft de beste weg uit armoede.”
85151