't Is paddenstoelentijd (16)

't Is paddenstoelentijd (16)

De berkenzwam of piptoporus betulinus is wellicht de grootste doodsoorzaak en houtafbreker van de berken in Vlaanderen. Het is een bruinrotter: hij breekt alleen de kitstof van het hout af, waardoor uiteindelijk enkel vierkante blokjes overblijven … en het hout geen draagkracht meer heeft. Vergelijk het met gewapend beton waar het ijzer is uitgehaald. De hoed van de berkenzwam is lichtbeige van kleur en glad. Aan de onderkant zit een zachte, witte laag met allemaal kleine gaatjes, daaruit vallen de rijpe sporen. Wanneer de berkenzwam op een afgevallen tak zit, zorgt hij toch dat de hoed horizontaal blijft groeien, zodat de sporen vrij naar beneden kunnen vallen. Vroeger werd de Berkenzwam gebruikt als medicijn en om vuur mee te maken. Zo had Ötzi, de mummie die in de Alpen werd gevonden in 1991 en 5000 jaar geleden leefde, gedroogde berkenzwam bij zich. Ook de barbiers en de edelsmeden gebruikten vroeger fijne plakjes berkenzwam om hun gereedschap te slijpen en te polijsten. De Engelse mycoloog Cartwright gebruikte gedroogde Berkenzwam als vloeiblok voor met ganzenveer en inkt geschreven documenten. Van berkenzwammen werd ook valse tondel gemaakt, die imkers lieten smeulen in hun pijp om zo de bijen te bedwelmen. De verkoolde stukjes en de as werden als bloedstelpend en desinfecterend middel toegepast. (foto Stefan Was)5796