Gedichten zijn ook een protestuiting

Gedichten zijn ook een protestuiting

We voeren op deze Gedichtendag ook nog graag een gedicht van Marcel Veltjen op, die tegelijk zijn geliefde cité bezingt en protesteert tegen onbezonnen verandering.
Stil protest.
Ooit was de cité één glimmende diamant. Eén wit gebit met doorlopende rode lip.
Met strak geknipte ligusteren haag en kinderen in de Japanse kerselaren straat.
Vanaf zestig liep het hier grondig fout, weg met de haag en het vervelende loverende hout.
Mijn cité stond plots vol met auto’s, werd lelijk oud. De bovenlip heeft vlekken, van rode en bruine tinten tot glimmend zwart.
De tanden zijn nu, vuil wit – grijs, nuances geel van oker tot zelfs bruin. Wie is hier nog fier - wie heeft hier de wangen rood?
Morgen nog méér geborstelde gevels, roze-groene-paarse, mogelijks rood. Geen overheid die hierover om maalt, maar de schoonheid in ‘Mijn cité’ die gaat dood.
Bij dit stille besef en voor dat iemand het weet Verdiende deze zeldzame plek een nieuwe naam. De ‘schaamstreek’. .18411