De Dodentocht: een verslag van binnenuit

De Dodentocht: een verslag van binnenuit

Eén van de deelnemers aan de Dodentocht, Philippe De Pauw, hield onderweg een gedetailleerd verslag voor ons bij. Zo laat hij ons de Dodentocht van binnenuit meebeleven.
Vrijdagavond was het weer zover : de 44-ste Dodentocht in Bornem: 100 km in 24 uur via 16 controleposten waar je deelnemers badge gescand wordt. Zo weet de organisatie waar de wandelaars zich ongeveer bevinden en kan het thuisfront via de site volgen. De start wordt om 9 uur ’s avonds gegeven. Dit jaar waren er 11157 deelnemers waaronder 36 inwoners van Heusden-Zolder. Ik nam dit jaar voor de 8-ste maal deel. De 7 vorige edities ben ik steeds aangekomen. Dit jaar zou voor een speciaal jaar worden vermits ik in oktober aan mijn been werd geopereerd en 7 weken totaal steunverbod had. Mijn voorbereiding was helemaal niet goed. Om half 4 vertrok ik in Heusden-station met de trein richting Bornem, ik zat meteen met drie andere wandelaars amen zodat de tijd voorbijvloog. Rond 8 uur was de straat naar de start al overbevolkt. Om 9 uur beginnen de klokken van de kerk van Bornem te luiden en dat is de officiële start. De massa zet zich in beweging maar het verloopt héél gedisciplineerd. De wandelaars van de Dodentocht zijn net één grote familie. Je kan met iedereen een gesprekje aanknopen want we gaan toch allemaal samen om hetzelfde 'leed' te ondergaan. De eerste 60km gingen nog vrij vlot bij mij. Ik had niet zoveel pijn en maar één grote blaar. De pijnen werden erger en erger zodat ik maar besloten heb om mijn tempo te laten zakken om geen ernstige kwalen bij op te lopen. De laatste 25 km heb ik echt zwaar gemankt, maar ik heb nooit ernstig overwogen om op te geven. Gedurende de hele tocht krijg je vele steunsms’jes en bellen vrienden en familie je op om je op te beuren. Een gsm met een volle batterij is dan ook onontbeerlijk. Om 16.39 kwam ik aan de aankomst aan een gemiddelde van 5,1km/u. Een paar jaar geleden deed ik het veel sneller maar voor mij was mijn prestatie dit jaar veel groter. Volgend jaar op 8 augustus sta ik zeker weer aan de start. Het is een echte verslaving geworden. Men zegt “Zot zijn doet geen zeer” maar in dit geval doet het héél veel zeer.(Philippe De Pauw)13724